De Eenselaar, een historisch gebied

Dit verhaal maakt deel uit van een serie. De verhalen worden geschreven door Hans Vogels van Heemkundekring Helmont. 

De Eenselaar, tussen de Warande en Stiphout, is een rustiek buitengebied dat bestaat uit kleine bosschages, landbouwgronden en weilanden. Het is een hogere bult tussen lage broeklanden en ligt ingesloten tussen de Goorloop en de Stiphoutse loop, in de nabijheid van het landgoed Croy. Wandelaars en fietsers maken er met graagte gebruik van. Het is onbekend waaraan de Eenselaar haar naam ontleend, al wordt met ‘laar’ een open plek dan wel een moerasbos bedoeld. Het zou evenwel een afgeleide van Eeuwselaar kunnen zijn. Eeuwsel is een toponiem, waarmee met name in Oost-Brabant, zandgronden en relatief arme of zure beekdalgraslanden worden aangeduid. ‘Aar’ wordt bij dezen als achtervoegsel gebruikt.

De Eenselaar is altijd Helmonds grondgebied geweest al was Stiphout een andere mening toegedaan. Bij gelegenheid van de ruiling van de Heerlijkheid Helmond in 1314, was de grens tussen de plaatsen nog niet bepaald, al werd er wel gesproken alsof de Eenselaar toen een afgebakende landstreek was. Eerst bij een brief van 15 november 1388, waarin Hertogin Johanna van Brabant de Heerlijkheid Helmond overdraagt aan Heer Jan van Berlaer, werden de grenzen van het gebied beschreven. Dat blijkt uit documenten, waarin op last van de toenmalige Helmondse municipaliteit, deze historische feiten staan beschreven.

Vandaag de dag is de Eenselaar een prachtig gebied met populieren, beemden en akkerland. (Foto: Marinus van den Elsen)

De grens van de stad Helmond werd als volgt omschreven: ‘De Hoeghe Heerlickheyd binnen der stadt ende parochie van Helmondt alsoo verre als die streckende sijn, dat is te weten totten bruexken tot Rixtel bij Sassencruce, ende vanden brucxcken tot Scepstal ten Raede toe, ende van den Raede voort opde paller van d’ander gemeynte toe van Helmondt op d’een seyde vanden selven bruexsken voorschreven tot achter Renselaer totten pallen toe van sijnen Parrick op d’ander sijde ende alsoo wederomme totten pallen vander ander gemeynte van Helmondt voorschreven’.

Renselaer is onmiskenbaar een verschrijving of foutieve vertaling van Eenselaar, het gebied westelijk van de Warande dat nog altijd als zodanig bekend staat en enkele malen een geschilpunt tussen beide kernen is geweest. Historicus Frenken beweerde dat in zijn tijd de grenzen steeds onduidelijk waren. Tussen Helmond en Stiphout zijn wel twistpunten over de demarcatielijn geweest, doch dit betrof lichte wrijvingen. Ze gingen met name over de vraag of bezittingen al dan niet onder de jurisdictie of tot de parochie van Helmond behoorden.

De Stiphoutse gronden werden gezamenlijk gebruikt. Men liet het vee grazen op de heidevelden, de plaggen daarvan werden vermengd met stalmest en gebruikt voor bemesting van de akkers. Als de heide in bloei stond, plaatsten de boeren bijenkorven om honing te winnen. In 1374 werden aan enkele bewoners van de Eenselaar, vijfenveertig bunder land in erfcijns gegeven voor communaal gebruik. De gronden werden vanaf toen geacht tot Stiphout te behoren. In 1763 ontstond er een conflict omdat de drost en schepenen van Stiphout meenden recht op het gebied hebben. Er werd een compromis bereikt waarin het dorp de rechtsmacht van Helmond op het gebied erkende. Toen in 1811 nieuwe grenzen werden gevormd, bleef de Eenselaar bij Helmond behoren, ofschoon de Stiphoutenaren eeuwenlang hebben gedacht de werkelijke bezitters van het gebied te zijn.

Topografische kaart uit  ± 1900 van het gebied rond de Eenselaar. (Afbeelding BHIC)

Soms werden percelen verkocht voor privaat gebruik. Belangrijke transacties vonden plaats in 1650, toen zeventig bouwlanden aan inwoners van Stiphout werden verkocht. Tot in de negentiende eeuw bleef het merendeel van de gemeijnt onverdeeld. De boeren waren van mening dat de gemene gronden onmisbaar waren als graasland voor het vee. Rond 1800 kocht Jonkheer van der Brugghen, Heer van Croy, er vele hectaren grond tot ongenoegen van de boeren.

 

Archeologische vondsten

Enkele jaren geleden werden op de Eenselaar vuurstenen voorwerpen gevonden. Met name op de zandrug tussen de Goorloop en de Stiphoutse Loop (Stiphouts Broek) werden vondsten gedaan, die worden toegeschreven aan rondtrekkende jagers uit de steentijd. Hieruit blijkt dat de streek waar de Eenselaar deel van uitmaakt, generaties lang werd bezocht door mensen die er voor korte of lange tijd verbleven. Door jacht, visvangst, zaden en vruchten, konden zij overleven. Aangetroffen botten bewijzen dat in het gebied oerrunderen en edelherten leefden. De steentijdmens jaagde daarop met pijl en boog of speer.

 

Rond 1950 werd er een Rössener Breitkeil aangetroffen (doorboorde bijl gemaakt van een steensoort die karakteristiek is voor het steentijdperk), welke kon worden gedateerd op de nieuwe steentijd (ca 4500 voor Christus). Een andere vondst was een pijlpunt met weerhaken, afkomstig uit het laatste deel van het steentijdperk (ca 2500 voor Christus). Uit deze vondsten blijkt dat het Stiphouts Broek, in de laatste fase van het steentijdperk, al door mensen werd bewoond.

 

Bronnen:

Kroniek Heerlijkheid Croy en Stiphout, Zuidwillemsvaart ’28.

Helmonds vroegste verleden, Zuidwillemsvaart ’29.

Wikipedia de vrije encyclopedie.

Tip de redactie

Ditishelmond.nl

Heb je een nieuws- of agenda-item, leuke foto of video over Helmond en wil je dit delen?
Stuur het dan in naar onze redactie. Zo weten wíj wat er leeft en speelt in uw wijk!
E-mail: redactie@ditishelmond.nl
Telefoon: 088 166 67 00

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *