Nationaal Preventieakkoord: alle GGZ-instellingen in 2025 rookvrij

‘De vraag is niet óf we rookvrij gaan worden, maar hóe’

Vroeger stond op feestjes de Caballero zonder filter gewoon op tafel, tegenwoordig haalt niemand het nog in zijn hoofd om zomaar een sigaret op te steken. In cafés en kantoren mag het niet meer, op scholen en stations evenmin. En de trend zet door. De komende jaren werkt GGZ Oost Brabant toe naar een rookvrije werk- en leefomgeving: conform het Nationaal Preventieakkoord zullen alle GGZ-instellingen in 2025 rookvrij zijn. Projectleider Arno van Uden van HR&D: “De gezondheidszorg er is om mensen beter te maken. Daar hoort bij dat je mensen beschermt tegen de nadelige effecten van roken.”

Zelf heeft Arno nooit gerookt, hij heeft de behoefte ook nooit gehad. Voor hem is het dus heel simpel: roken is ziekmakend, het stinkt en het kost klauwen met geld – waarom zou je dat willen? Toch snapt hij ook wel dat die argumenten voor een roker niet afdoende zijn. “Was het maar zo makkelijk. Roken is een hardnekkige verslaving, daar kom je niet zomaar vanaf. Maar we gaan er de komende jaren wel alles aan doen om onze medewerkers en cliënten zover te krijgen.”

Niet óf, maar hóe

Eind 2020 nam de raad van bestuur de startnotitie ‘Op weg naar een rookvrije GGZ-zorg’ aan. Daarin draait het niet om de vraag óf we rookvrij gaan worden, maar hóe. “We hebben ons aangesloten bij het Nationaal Preventieakkoord dat GGZ Nederland ondertekende, daarin staat dat onze sector op 1-1-2025 rookvrij moet zijn”, vertelt Arno. “Wie een gezonde behandelomgeving wil creëren, kan niet langer meewerken aan verslaving die mensen ziek maakt.”

Het pad naar rookvrije zorg bestaat uit drie stappen:

1. Per 1-1-’21 zijn alle rookruimtes gesloten.
2. Begin 2021 start een werkgroep die zich buigt over de vraag hoe we medewerkers kunnen helpen niet meer te roken tijdens werktijd, of nog beter: helemaal te stoppen.
3. Op basis van deze ervaringen start in de tweede helft van 2021 een volgende werkgroep, die zich buigt over dezelfde vraag, maar dan voor cliënten.

Laatste duwtje

De reden waarom we ons eerst richten op medewerkers, is eenvoudig: “Medewerkers in een gezondheidsinstelling hebben een voorbeeldfunctie, een gezonde levenshouding hoort daarbij”, stelt Arno. “Iedereen die wil stoppen, zullen we als werkgever daarom ondersteunen. Ik hoop oprecht dat het voor mijn rokende collega’s het laatste duwtje is om te stoppen.”

Het Trimbos-instituut leverde onlangs nog een overtuigend argument om cliënten van het roken af te helpen: er is bewijs dat het een negatief effect heeft op de werking van medicatie. Rookvrije zorg past bovendien goed bij de extra aandacht die GGZ Oost Brabant de laatste jaren heeft voor vitaliteit en gezondheid. “Je kunt niet investeren in fitness en buitensport en tegelijkertijd zo’n ongezonde gewoonte faciliteren. Als we gaan voor kwaliteit van leven en vitaliteit, moeten we ook naar roken durven kijken.”

Hoewel het doel keihard is, draait de weg ernaartoe om respect en ondersteuning. “Verbieden en betuttelen werken bij geen enkele verslaving. Door niet tegenóver rokers te gaan staan, maar náást ze, hopen we zoveel mogelijk mensen te helpen bij het loslaten van deze ongezonde gewoonte.”

Meer weten?

Kijk voor meer informatie over de landelijke campagne op www.rookvrijezorg.com.