‘Thans nog tuin, morgen tot puin’

Dit verhaal maakt deel uit van een serie. De verhalen worden geschreven door Hans Vogels van Heemkundekring Helmont. 

Hoe het terrein rondom het kasteel er in de middeleeuwen uitzag is niet helemaal duidelijk. Een stadskaart van Jacob van Deventer uit 1545, toont wel aan dat de burcht toen door een gracht, het riviertje de Aa en de stadwallen werd omringd. Vanaf de zeventiende eeuw was het bereikbaar via een Engels-gotische poort, die de overgang van het gebied naar de Veestraat markeerde. Tegelijk met de bouw daarvan werd het terrein verfraaid met vijvers, een fruittuin en een hoenderhof. Het poortgebouw werd in 1959 deels afgebroken, de rest volgde begin jaren zestig.

De bouw van het kasteel startte omstreeks 1325. Het verving ’t Oude Huys, een adellijke woning met een donjon dat eens op een bescheiden afstand stond. Het kasteel was oorspronkelijk in bezit van de familie Van Berlaer, maar vanaf 1433 het domein van de familie Van Cortenbach. Na het huwelijk van Isabelle van Cortenbach in 1683, behoorde het tot de goederen van het geslacht Van Arberg. De heer van Helmond, Carel Frederik Wesselman, kocht het in 1781. In 1682 verrees in opdracht van Cecilia de Gonzaqua (weduwe van Edmond van Cortenbach) kort bij de Veesepoort een poortgebouw, dat tot toegang van de kasteeltuin diende. Vanaf de poort liep een oprijlaan naar de noordwestelijke toren. In 1923 werd het kasteel gekocht door de gemeente Helmond. De koop kwam tot stand onder voorwaarde dat het voor gemeentelijke doeleinden zou dienen. In 1923 werd het, na een grondige restauratie, als raadhuis in gebruik genomen. Gelijktijdig werden de tuinen aangepast.

In hetzelfde jaar liet de gemeente enkele bijgebouwen slopen die eerder schade hadden opgelopen door een felle brand. Tot dan waren die in gebruik geweest als (paarden)stallen. Door de afbraak kwamen de twee wachttorens vrij te staan. Ook de houten toegangsbrug naar het kasteel werd afgebroken en vervangen door een stenen exemplaar. Het tuinhuisje aan de Zuid-Willemsvaart werd in de jaren dertig geslecht. Alles gebeurde volgens denkbeelden van de Haarlemse tuinarchitect Springer. Deze had meerdere ideeën, onder andere een waarbij de oprijlaan vanaf het zeventiende eeuwse poortgebouw zou verdwijnen. Bij een ander ontwerp zou de poort aan De Wiel worden gesloopt en het riviertje de Aa gedempt. In zijn definitieve voorstel bleef de oprijlaan gehandhaafd en werd onder het gebouw aan de Wiel een doorgang met bogen gerealiseerd. Het kasteelpark kende vanaf toen twee toegangspoorten.

Foto 1: De kasteelpoort gezien in de richting van de Veestraatbrug. Links het kantoor van notaris Keulen. (Regionaal Historisch Centrum)

Verfoeide visie

In hoeverre het onderhavige poortgebouw toen nog in de oorspronkelijke staat verkeerde is duister, rond 1825 zou het gerenoveerd kunnen zijn. In 1919 kreeg de weduwe Wesselman van Helmond toestemming voor de restauratie van de vleugel aan de kanaalzijde, die gelijktijdig met een woning werd uitgebreid. Hierdoor werd het gebouw met enkele meters verlengd. In 1937 was de poort het onderwerp van gesprek tijdens een raadsvergadering. De woning werd verhuurd aan de tuinman, maar vanwege de vochtige staat waarin het verkeerde was dat niet langer gewenst. Het college van burgemeester en wethouders wilde het verbouwen en als kantoorruimte verhuren. De raad vond de kosten echter te hoog en stelde: ‘Het gebouw is nat en ’t zal altijd een gepruts blijven, omdat het vocht van onder optrekt. Bovendien is het ’n leelijk ding’.

Foto 2: De Kasteellaan, gezien in de richting van de Veestraat. Op de achtergrond de in 1959 gesloopte kasteelpoort.  (Regionaal Historisch Centrum)

De burgemeester vond het poortgebouw mooier dan ‘een nieuwerwetsch ding’, maar wethouder Van Well was niet enthousiast: ‘De ingang is behalve leelijk ook heel onpractisch. Vroeger kwam er een rijtuig of kar door, terwijl het tegenwoordig een halsbrekende toer is er door te komen, indien ’n auto aan komt rijden’. Hij meende dat de smalle doorgang niet langer te handhaven was. Verder vond hij het gebouw ‘afschuwelijk leelijk, een der leelijkste gebouwen van de stad’. Bij veel mensen zou het afstotelijke aanzicht een bezoek aan het achterliggende kasteel afschrikken. De restauratie van het kasteel was echter onder toezicht van Monumentenzorg tot stand gekomen en niets wees erop dat het poortgebouw niet tot het kasteel behoorde. De kans dat het pand onaangetast moest blijven was aanzienlijk. Een raadslid vond dat over smaak niet te twisten valt. Hij zou het betreurenswaardig vinden als de poort zou verdwijnen, omdat overal moeite wordt gedaan om oude bouwwerken in stand te houden: ‘Wie de geschiedenis nagaat weet wat zich onder deze poort heeft afgespeeld’. Deze opmerking vond de raad wel humoristisch.

Tenslotte was men de mening toegedaan dat het poortgebouw behouden moest blijven, ook al was het woonhuis ongeschikt. Een amendement om het als bureel te bestemmen werd aangenomen. Het pand werd in gebruik genomen door notaris Keulen en bleef nog 22 jaar staan. In 1959 werd het alsnog afgebroken om plaats te maken voor de bouw van de verfoeide Traverse. Jan Overzier, leider van de Anti-Luchtbrugpartij in de Helmondse gemeenteraad, kreeg toch nog gelijk met zijn slogan: ‘Thans nog tuin, morgen tot puin’.

Foto 3: Zicht op de kasteelpoort vanaf het kanaal. Op de voorgrond de voormalige voetgangersbrug. (Regionaal Historisch Centrum)

Bron: Regionaal Historisch Centrum.

 

 

Tip de redactie

Ditishelmond.nl

Heb je een nieuws- of agenda-item, leuke foto of video over Helmond en wil je dit delen?
Stuur het dan in naar onze redactie. Zo weten wíj wat er leeft en speelt in uw wijk!
E-mail: redactie@ditishelmond.nl
Telefoon: 088 166 67 00

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *