Ook Helmondse families betrokken bij slavernij

Op 1 juli was het 150 jaar geleden dat Nederland de Emancipatiewet volledig liet ingaan. Met deze wet schafte Nederland de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Keti Koti, de Surinaamse feestdag ter herdenking van de afschaffing van de slavernij, werd dit jaar ook in Nederland groots aangepakt. Zoals met het programma Keti Koti in Concert. Daarin werd door rapper Typhoon belicht hoe ook Helmondse families betrokken waren bij deze beladen periode in onze vaderlandse geschiedenis.

Helmond Textielstad

Helmond had veel textielfabrieken in de negentiende eeuw. De eigenaren hiervan waren erg afhankelijk van het met slavenarbeid verbouwde katoen uit onder andere Suriname. Stoffen waren sinds de zeventiende eeuw ook een van de meest gebruikte ruilartikelen in de slavenhandel.

Men had daarom nauwe connecties met plantage-eigenaren of waren zelf eigenaar. In het programma Keti Koti in Concert wordt alleen textielfabrikant Bots genoemd, zie deze link. Maar ook is bekend dat de families Wesselman en Fentener van Vlissingen waren betrokken bij de slavenarbeid en slavenhandel.

De familie Wesselman

Carel Frederik Wesselman (1747-1825) kocht in 1781 het Kasteel Helmond. Wesselman had een plantage in Suriname met 174 niet-vrije bewoners. Hij deed zaken met de broer van zijn vrouw, die plantagedirecteur was in Suriname. Wesselman benoemde zijn broer Daniel Cornelis tot drossaard en schout in Helmond.

Deze Daniel Cornelis liet in 1784 een schip geschikt maken voor de slavenhandel. Het schip voer achttien maanden rond om mensen te kopen. Toen men van Afrika naar Amerika wilde varen, brak aan boord een opstand uit. De gevangenen slaagden erin om de macht over het schip te krijgen. Een verbond van Europeanen en Afrikanen trok ten strijde tegen de opstandelingen. Zij kozen ervoor om het schip met zichzelf en de belagers de lucht in te blazen om gevangenschap te voorkomen. Daarbij kwamen ongeveer vierhonderd mensen om.

De familie Fentener van Vlissingen

Vlisco, de makers van de wereldberoemde waxstof. De firma ontstond in 1846, toen oprichter Pieter Fentener van Vlissingen (1826-1868) de katoendrukkerij van zijn vader overnam. In deze tijd werd textiel verhandeld of geruild tegen tot slaaf gemaakte Afrikanen. Die werden verhandeld langs dezelfde routes als indigo, waarbij een stuk blauwe stof een gebruikelijke prijs was voor een mens. De oom van Pieter Fentener van Vlissingen had een plantage waarbij men de Javaanse bevolking dwong suiker, koffie of indigo te produceren.

De familie Bots

Johannes Albertus Bots (1766-1848) was een van de grondleggers van de Helmondse textielhandel. Bots had twee neven, Amandus Hubertus Bots (1816-1878) en Arnoldus Gerardus Bots (1826-1882). Zij bezaten twee katoenplantages in Suriname; Esthersrust aan de Warappekreek en Killenstein aan de Beneden-Commewijnerivier. Plantage Esthersrust had 850 akkers, met daarop 2 vrije en 172 niet-vrije bewoners. Killenstein bestond uit 875 akkers met 26 vrije en 84 niet-vrije bewoners. De broers bewoonden de plantages niet zelf, maar hielden wel het toezicht. Correspondentie van die tijd tussen de broers en de plantagedirecteur is gedeeltelijk terug te vinden in het Nationaal Archief.

Toen de afschaffing van de slavernij werd aangekondigd, tekende de familie bezwaar aan tegen het wetsontwerp. Dat leverde ze uiteindelijk 55.800 gulden compensatie op, betaald met de inkomsten uit de andere kolonie, Nederlands-Indië. Zo werd door de eigenaren niet alleen geprofiteerd van de slavernij, maar ook van de afschaffing ervan. Twee panden aan de Kanaaldijk Noord-West in Helmond herinneren aan de rijkdom van de familie Bots; het ‘Huis met de Klok’ en het ‘aauw fabriekske’.

Jan Goddard Biertempel

Deze minder bekende inwoner van Helmond staat opgetekend in het boek ‘De grouwelijke misdaad van een Surinaamse plantagehouder en zijn dochter’. Voordat Biertempel (1723-1774) zich in Helmond vestigde en lid van het stadsbestuur werd, was hij 15 jaar plantagehouder in Suriname.

Officiële feestdag

Op 1 juli 1863 kwamen ruim 45.000 oorspronkelijk Afrikaanse slaven vrij, van wie 34.441 slaven in Suriname. De slavenhouders werden voor elke slaaf met 300 gulden schadeloos gesteld. De vrijgemaakte mensen kregen zelf niets. In Suriname werden ze zelfs nog verplicht om 10 jaar op contractbasis hetzelfde werk te blijven doen, vaak onder dezelfde erbarmelijke omstandigheden. Vrijheid werd dus pas werkelijkheid in 1873. Vandaar dat men in 2023 uitgaat van 150 jaar geleden.

Sinds 1955 is Keti Koti al een officiële feestdag in Suriname. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent ‘ketenen gebroken’. Er gaan steeds meer stemmen op om ook in Nederland van deze dag een nationale herdenkings- en feestdag te maken. Premier Rutte gaf aan dat het op zijn plaats was om in 2023, 150 jaar na dato, de afschaffing van de slavernij groots te herdenken. Op 1 juli werd het feest Keti Koti, bestaande uit vier delen, op de lijst van immaterieel erfgoed geplaatst.

Tip de redactie

Ditishelmond.nl

Heb je een nieuws- of agenda-item, leuke foto of video over Helmond en wil je dit delen?
Stuur het dan in naar onze redactie. Altijd Dichtbij!
E-mail: redactie@ditishelmond.nl
Telefoon: 088 166 67 00

Gepubliceerd door DitisHelmond Helene Ermens - Redactie

Hélène Ermens - Redactie Dit is Helmond.

Dit artikel heeft 1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *