Ouderen sneller op de been bij het Elkerliek

Elk jaar worden ongeveer dertigduizend Nederlandse ouderen na een val in het ziekenhuis opgenomen. Tien procent daarvan heeft last van ernstige verwondingen. Een gebroken heup is één van de veelvoorkomende gevolgen van zo’n val. In het Elkerliek ziekenhuis is een nieuwe operatietechniek ontwikkeld die ervoor zorgt dat ouderen met een bekkenfractuur na hun operatie een stuk minder pijn hebben en weer snel op de been zijn.

Traumachirurg Marc Guijt “Oudere, kwetsbare patiënten die met een dergelijke fractuur in een ziekenhuis komen, krijgen óf een flinke operatie met een grote kans op complicaties voor de kiezen óf er wordt besloten om maar niets te doen”, vertelt Guijt. “Dat laatste gebeurt als de risico’s op complicaties te groot is. Nadeel is dat deze patiënten vaak aan bed gekluisterd blijven of in een rolstoel belanden. Ze kunnen dan niet meer naar huis en belanden in een verpleeghuis.”

Geen grote operatie

Toen Marc Guijt in 2015 kennismaakte met een nieuwe operatietechniek voor polsfracturen, zag hij mogelijkheden. “Bij deze operatie maak je een kleine snee, waardoor een flexibel implantaat wordt ingebracht. Dat implantaat maak je hard met behulp van een bepaald soort licht. Geen schroeven, geen platen, geen grote operaties. Ik vond het de moeite waard om te kijken of we deze techniek ook konden gebruiken bij bekkenfracturen.”

Guijt ging aan de slag, deed onderzoek met collega’s in het land en kreeg in het Elkerliek, dat als regionaal centrum gespecialiseerd is in bekkenproblematiek, de ruimte om de techniek verder te ontwikkelen. In maart 2017 werd de eerste patiënt geopereerd en inmiddels vinden er regelmatig verwijzingen plaats uit andere ziekenhuizen in het land. Over het resultaat van de nieuwe ingreep is de traumachirurg dan ook enthousiast. “Meer dan de helft van de patiënten kan na twee of drie dagen weer terug naar huis. De patiënten zijn veel sneller mobiel en de kans op infecties is een stuk  kleiner.” De eerste resultaten geven aan dat de pijn de dag na de operatie is afgenomen met liefst vijftig procent. “Dat heeft als mooie bijkomstigheid dat zware medicatie zoals morfine minder ingezet hoeft te worden, wat weer een positieve uitkomst heeft op het algehele herstel voor de patiënt”, aldus Guijt.