Serie Heemkundekring Helmont: ‘De familie Berings ‘

Dit verhaal maakt deel uit van een serie. De verhalen worden geschreven door Hans Vogels van Heemkundekring Helmont. 

Het is opmerkelijk dat ambachten of functies die in een familie worden beoefend, vaak van vader op zoon overgaan. Treden er meer zonen in hun vaders voetsporen, dan zullen die zich doorgaans elders vestigen en daar de familietraditie voorzetten. 

In de tweede helft van de zeventiende eeuw woonde en werkte in Sint Oedenrode de familie Berings, waarin het beroep van chirurgijn als het ware erfelijk was. Omdat de oudste zoon de praktijk van zijn vader overnam, vestigde de tweede zich als medicinaal dokter in Helmond, mogelijk aangemoedigd door de aanverwanten van zijn aanstaande schoonmoeder, een dochter van Dr. Bedijcx. Veertig jaar oefende hij zijn beroep uit, waarvoor hij van de gemeente een jaarsalaris van veertig guldens voor het behandelen van armen, en nog eens twaalf als vroedmeester ontving. Rijk zal hij niet geworden zijn, want hij had een gezin met meerdere kinderen te onderhouden. In 1725 was hij getrouwd met Catharina Herincx, een dochter van de laken-koopman Hendrik Herincx, wiens vader een neef van de bekende bisschop was.

Voordat zijn vrouw op 28-jarige leeftijd overleed had zij hem drie kinderen geschonken, die allen jong overleden. Uit zijn tweede huwelijk met Maria Theresia van Grinsven, kreeg hij meerdere kinderen waarvan er twee het beroep van hun vader voortzetten. De oudste, Johannes Jacobus, vestigde zich als chirurgijn in Boxtel. De jongere Gerardus, zette de stam in Helmond voort. Na voltooiing van zijn studie stond hij zijn vader terzijde en na diens dood nam hij zijn praktijk over. Door het stadsbestuur werd hem een jaarsalaris toegekend voor het cureren van armen. In 1787 trouwde hij op 50-jarige leeftijd met Maria Helena van der Wallen. Zij overleed in 1789 toen haar enige zoon Johan Hendrik nog geen jaar oud was.

Johan Hendrik volgde zijn vader aanvankelijk op, maar kwam in de leer bij Pedro van der Wallen, een oom van zijn moeder, van wie hij het hoedenmakerambacht leerde. Was er een dreiging geweest dat de stam zou uitsterven, de hoedenmaker zorgde voor nageslacht. Uit zijn huwelijk met Joanna Maria van Mierlo, werden zes kinderen geboren. Lamberta, een van zijn dochters, trouwde met Johannes Paulus Hubertus van der Linden, docent aan de Helmondse Franse en Nederduitse school. Paulus was secretaris van de gemeente Helmond en nam tevens het ontvangerschap waar. Omdat hij op latere leeftijd slecht ter been was, hield hij kantoor in zijn huis aan de Steenweg. Hij overleed in 1878, zijn vrouw overleefde hem tot 1895.

Willem Berings

De in 1825 geboren Willem Berings, oudste zoon van de hoedenmaker en Joanna Maria van Mierlo, was door zijn ouders bestemd om zielenherder te worden. Door het vroege overlijden van zijn vader moest hij zijn theologiestudie afbreken. Hij werd bakker en vestigde zich als zodanig in de Veestraat en later aan de Steenweg, op de plaats van de gewezen bioscoop Scala. Willem, die zijn hele leven vrijgezel bleef, overleed op 10 december 1908. Dertig jaar lang was hij lid van de gemeenteraad en meerdere jaren wethouder. In de eerste jaren na de invoering van de leerplichtwet, was hij voorzitter van een commissie tot wering van schoolverzuim. Tevens was hij lid van het burgerlijke armbestuur, maar hij was het meest bekend als armmeester.

In die zin leidde hij de armentafel, het zorginstituut voor armlastigen. Hij was verantwoordelijk voor de financiële middelen en de bedeling aan armlastigen. Ook maakte hij deel uit van het kerkelijk armenbestuur, werkte samen met de kerkmeesters, toetste de inkomsten en uitgaven en beheerde het armenregister. De armentafel genoot zijn revenuen merendeels uit testamentaire giften van welgestelde burgers. Als armmeester was Berings rekenschap verschuldigd aan het bestuurscollege.

Een armmeester behoorde tot de regenten, al was het geen geliefde functie. Het leverde nauwelijks iets op en men deed het enkel uit liefdadigheid. Armlastigen die niet in hun eigen levensonderhoud konden voorzien, werden tegen een zo laag mogelijke betaling bij derden gehuisvest. Een inhumane daad die vaak werd onderschat. Door het publiek werd de armmeester met Argusogen bekeken. Het was bepaald geen geliefde job, geen wonder dat niemand stond te juichen om benoemd te worden. Niettemin stelde Willem Berings zich uit humaniteit voor die functie beschikbaar. Als blijk van dank werd in 1919 de ‘Willem Beringstraat’ naar hem vernoemd.

Foto: In het midden Willem Berings geflankeerd door Jan Stevens en Gerard van Hoof. Willem Berings was armmeester en van 1880 tot 1890 wethouder in Helmond.

(Regionaal Historisch Centrum)

Tip de redactie

Ditishelmond.nl

Heb je een nieuws- of agenda-item, leuke foto of video over Helmond en wil je dit delen?
Stuur het dan in naar onze redactie. Zo weten wíj wat er leeft en speelt in uw wijk!
E-mail: redactie@ditishelmond.nl
Telefoon: 088 166 67 00

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *